CASE 2: INITIAL LISI BLOCK VENEERS MET INITIAL IQ ONE SQIN MICROLAYERING (FIG. 8-12) De heer in deze casus (Fig. 8) kreeg veneers van tanden 13 tot en met 23. Om wat meer detail aan de incisieven toe te voegen, wer- den de restauraties in dit geval gekarakteriseerd met Initial IQ ONE SQIN. De hoektanden werden, net als in de vorige casus, louter ma- nueel gepolijst zonder enige andere karakterisatie. Het vestibulaire deel van de morfologie werd in de CAD/CAM-software minimaal gereduceerd voordat de veneers van Initial LiSi Block (kleur A2 HT) werden gefreesd (Fig. 9). De contactpunten, palatale zijde en incisale rand werden monolithisch gelaten, zonder enige reductie en manueel gepolijst. De incisale bescherming (het monolitisch laten van de incisale rand) van veneers is cruciaal voor het verlengen van hun levensduur, het vermijden van mechanische problemen zoals chipping, wat vaak voorkomt bij gewone veldspaatveneers. Meestal gaat de incisale bescherming ten koste van de esthetiek in het incisale derde deel. Bij Initial LiSi Block is er echter geen sprake van een dergelijk compromis, omwille van de inherente opalescentie van de pure, niet-gekarakteriseerde blok. Een belangrijk aspect van opalescentie dat het zo belangrijk maakt voor de esthetiek maakt, is dat het de tint van een tand kan verhelderen zonder de transpa- rantie te veranderen. Om er het meeste profijt van te hebben, moet men dus heel spaarzaam gebruik maken van kleuring. Overvloedig gebruik van tinten kunnen de transparantie bederven en de restau- ratie zijn vitaliteit doen verliezen. Een ander belangrijk principe is dat opalescentie niet beperkt is tot het incisale derde deel van de tand, maar over de hele tand aanwezig is, zij het subtieler merkbaar. Initial IQ Lustre Pastes ONE werden gebruikt voor interne karak- terisering; deze dienen tevens als connectie voor het SQIN-kera- miek. Alleen L-NLF (Neutral Fluo) en L-OP (Opal) werden gebruikt, met een beperkt gebruik van Initial Spectrum Stains op de ontwik- kelingslobben, om aldaar een meer sclerotisch dentine te simule- ren. Op deze manier kunnen we een natuurlijker en realistischer resultaat verkrijgen. (zie Fig. 10) Na het bakken met de Lustre Pastes werd de SQIN-keramiek aan- gebracht: voor het dentinegedeelte werd Dentin Body-A gebruikt op de uiteindes van de lobben terwijl een dunne laag Dentin BL-D (Bleach Dentin) op de rest werd gebruikt om de helderheid van de tand te accentueren. Voor het glazuurgedeelte werd Enamel E-57 gemengd met Tran- slucent TO (Opal Booster); in het incisale gedeelte werd enkel Translucent TO gebruikt (Fig. 11). Na de laatste bak werden restauraties manueel gepolijst tot hoog- glans en werd een oppervlaktetextuur gecreëerd die past bij een jongvolwassene om de natuurlijke uitstraling te versterken. Het verkregen oppervlak was extreem glad, zonder microporositeiten, dankzij het opmerkelijke gedrag van de ultrafijne glasdeeltjes van het SQIN-keramiek. Het eindresultaat was uitstekend, met een perfecte transitie van de incisieven met microlayering, naar de zuiver monolithische hoektanden en vervolgens de natuurlijke tanden. Nogmaals, deze prachtige integratie kan voor een groot deel worden toe- geschreven aan de inherente natuurlijke opalescentie van de restauratieve materialen die voor deze casus werden gebruikt. De gecombineerde kracht van Initial LiSi Block en Initial IQ ONE SQIN tilt de esthetiek zeker naar een hoger niveau zonder het gebruik van een complexe en zeer arbeidsintensieve polychromatische laagjestechniek. Het verschil zit hem soms in subtiliteiten, zoals de combinatie van de gladheid met de textuur, maar het eindresultaat was in beide gevallen absoluut opvallend en gaf de patiënten een zelfverzekerde glimlach.
echter worden gecompenseerd door gebruik te maken van een bevestigingscement met hoge fluorescentie. De fluorescentie van het cement diffundeert goed door de vrij dunne en transparante veneers. Bij de controle na één jaar was het resultaat onveranderd vanwege de hoge stabiliteit van de gebruikte materialen. Fig. 1: Opalescentie verklaard. a) Gereflecteerd licht geeft een blauwach- tige gloed aan het incisale derde deel van de tanden; b) Het licht dat door datzelfde incisale deel wordt doorgelaten, geeft het een oranjegeel aanzicht. c) Echte opalescentie vs. nabootsen met pigment. Op een zwarte achtergrond bereikt de oppervlaktereflectie het oog terwijl doorvallend licht wordt geabsorbeerd; Op een witte achtergrond wordt het licht door de schijf doorgelaten voordat het wordt gereflecteerd door het onderlig- gende oppervlak. Fig. 2: De voorste maxillaire tanden voor de behandeling met lithiumdisili- caatveneers (Initial LiSi Block). De patiënt onderging eerder een behande- ling met palatale veneers van hybride keramiek (CERASMART270) om de open beet te corrigeren die recidiveerde na eerdere orthodontie. Fig. 3: Initial LiSi Block veneer (kleur A1 HT). De waargenomen tint is afhan- kelijk van het invallende licht - het verandert van een blauwachtige naar een oranjegele tint, wat de ware opalescentie van het materiaal illustreert. Merk op dat de incisale rand vrij dik is vanwege de palatale veneer. Fig. 4: Gepolijste lithiumdisilicaatveneers (Initial LiSi Block, kleur A1 HT) op het geprinte model met mooie glans en oppervlaktestructuur. Fig. 5: De bovenste voortanden (hoektand tot hoektand) na behandeling met manueel gepolijste Initial LiSi Block veneers (kleur A1 HT). Fig 6: Er werd een uitstekende kleurovereenkomst verkregen met de onderste, natuurlijke tanden, met hetzelfde opalescente effect, dat het duidelijkst zichtbaar is in de overgangsgebieden waar het glazuur van dik naar dunner overgaat. Insert: op tanden 11 en 41 is het dichroïsme gemar- keerd in blauw en oranje. Fig. 7: Zicht op de getransillumineerde restauraties, met de uitstekende lichttransmissie van Initial LiSi Block en de natuurlijke opalescentie in de incisale en approximale gebieden.
5
5
6
7
10
VOOR AL UW VRAGEN: 02 257 40 50 - SPECIAL CAD/CAM 2024
Powered by FlippingBook